Het Westerse gedachtegoed is natuurlijk sterk beïnvloed door Christelijke invloeden. Nu is het zo dat het Christendom fantasie afwijst. Deze zienswijze ligt ten grondslag aan de huidige dominante Westerse visie op fantasie, namelijk dat het een ‘vlucht van de realiteit’ is. Als we kijken naar de Oude Grieken en bepaalde andere culturen dan zien we bijvoorbeeld een hele andere opvatting: zij waarderen fantasie.
Het is pas sinds de laatste 150 jaar dat dromen en fantasie meer serieus genomen worden in het Westen. Dit komt omdat sinds die tijd psychoanalytici en psychologen zich over deze fenomenen hebben gebogen. Waaronder Jung. In hun studies ondekten zij dat er diepe psychische waarheden in de fantasie en dromen verborgen zitten. Ze ontdekten dat het een symbolische taal is. Maar doordat we de fantasie en dromen duizenden jaren lang links hebben laten liggen, zijn we hier blind voor geworden. Daarbij weten de meeste mensen niet dat de beeldtaal metaforisch is, niet letterlijk. De symbolen beelden een betekenis uit. De beeldtaal moet vertaald worden naar woorden voordat we onze fantasie en dromen kunnen begrijpen. Hoe? Dat kan je eigenlijk alleen ontdekken door het zelf te ervaren in een sessie. (De theorie lees je in de scriptie, maar deze kan wat moeilijk te bevatten zijn als je dit nog nooit ervaren hebt).